Over de vraag van een dirigent om meer klank, resonance en meer boventonen kun je je tijdens een (koor)repetitie het hoofd breken. Als daar nog aanwijzingen bijkomen als ‘in het masker zingen’ of ‘zing naar de achterste rij stoelen in de zaal’ wordt het helemaal een kopzorg. Want…hoe doe je dat dan?
Als mijn cursisten met die vraag op zangles komen merk ik dat ze bij dergelijke aanwijzingen en opdrachten vaak ‘in de doe-stand’ staan. Hun wilskracht geeft geen klinkend resultaat als antwoord op die vraag. Ze zingen ‘naar buiten’ met druk in de keel, raken buiten adem doordat ze de lucht vasthouden. De klank is daardoor niet vrij, niet ruim. Ze raken aangezongen, moe, en verliezen resonance. Het plezier in het muziekmaken blijft uit.
Hoe dan wel?
Eén van de mogelijkheden is: Láát het een kopzorg zijn! We hebben een kristalheldere bovenkamer. Als de adem gaat en de stemsnaren aanstrijkt ontstaat er resonance in de hoofdruimtes. Door middel van sensorische stimulaties kun je met die ruimtes kennismaken, ze wakker maken en ervaren. Dan klinken de klinkers en klank vermenigvuldigt zich. Het resoneert en zingt in ons; de klank leeft! We zingen ons binnenste-buiten.
Moet je horen!
Nieuwsgierig:
Kun jij er een hoofdzaak van maken?
Wat resoneert bij jou?
#zingenomteleven
#stemhebbenenstemzijn